Selecteer een pagina
Overweeg je de overname van je bedrijfsauto voor privégebruik?

Overweeg je de overname van je bedrijfsauto voor privégebruik?



Overweeg je om je afgeschreven benzine- of dieselauto uit je vennootschap over te nemen voor persoonlijk gebruik? We bespreken hoe je dit kunt doen en hoe je extra middelen uit je bedrijf kunt halen om de kosten van de auto privé te dekken.

Waarom zou je de auto privé overnemen?

Het gaat niet om ‘vergroening’, aangezien de geleidelijke afschaffing van de aftrekbaarheid van de kosten van auto’s op fossiele brandstof alleen geldt voor auto’s die zijn gekocht, geleaset of gehuurd na 1 juli 2023. Als de auto al is afgeschreven, blijven de kosten aftrekbaar volgens de gramformule, zonder aftopping.

Hoewel de kosten nog gedeeltelijk aftrekbaar zijn, zijn de belangrijkste kosten, de afschrijvingen, weggevallen. Dit betekent dat je bedrijf minder belastingen bespaart met de auto dan toen deze nog niet was afgeschreven.

Het voordeel alle aard (VAA) stijgt omdat het wordt berekend op basis van de cataloguswaarde en een CO2-percentage. Hoewel de cataloguswaarde jaarlijks daalt met 6%, stijgt het CO2-percentage elk jaar. Dus je zal voor je ‘oude’ auto toch jaarlijks op een hoger VAA belast worden.

Hoe neem je de auto privé over?

Er zijn drie mogelijkheden: (1) de auto kopen; (2) de auto als loon in natura ontvangen; of (3) de auto als dividend in natura ontvangen. We zullen de belangrijkste overeenkomsten en verschillen kort uiteenzetten.

Wat zijn de overeenkomsten? In alle drie de gevallen moet de auto uit je bedrijf worden gehaald tegen de marktwaarde. Je bedrijf realiseert een meerwaarde, die belastbaar is in de mate dat de afschrijvingen aftrekbaar zijn geweest. De btw op de verkoop of de zogenaamde onttrekking wordt in principe berekend op de helft van de verkoopprijs of -waarde.

Wat zijn de verschillen? Als je de auto koopt, ben je de verkoopprijs verschuldigd aan je bedrijf, eventueel uitgesteld via je rekening-courant. Als je de auto als loon ontvangt, wordt de waarde van de auto als loon geboekt. Je betaalt er belastingen en sociale bijdragen op, maar het is volledig aftrekbaar voor je bedrijf. Een dividend in natura is niet aftrekbaar voor je bedrijf en er moet roerende voorheffing (rv) op betaald worden.

Tip: Als het dividend afkomstig is uit een liquidatiereserve van minstens vijf jaar oud, bedraagt de rv slechts 5%.

Let op: Voor een dividend in natura moet je in principe de rv betalen aan je bedrijf, die het dan aan de fiscus moet doorstorten. Als je dit niet doet, wordt aangenomen dat je bedrijf de rv in jouw plaats heeft betaald en wordt de rv berekend op de gebruteerde waarde van het dividend.

Extra geld uit je bedrijf halen:

Je kunt het weggevallen VAA vervangen door brutoloon in geld. Je loon in geld wordt dan verhoogd met het bedrag van het VAA, zonder dat je meer belastingen moet betalen.

Als je de auto voor je bedrijf blijft gebruiken, kun je een kilometervergoeding aanrekenen. Deze is voor jou belastingvrij.

Let op: Voor je bedrijf is dit een autokost die onder de ‘vergroening’ valt en dus maar voor enkele jaren meer (beperkt) aftrekbaar is.

Het overnemen van je bedrijfsauto voor privégebruik kan financieel voordelig zijn, maar het is belangrijk om alle factoren in overweging te nemen. Denk aan de fiscale gevolgen, de mogelijkheid om extra middelen uit je bedrijf te halen en de impact van de ‘vergroening’ van de autokosten.


Te veel vooruitbetaald? Ontdek wat u kunt doen met uw overschot

Te veel vooruitbetaald? Ontdek wat u kunt doen met uw overschot

 

Als reactie op de hoge boetes van vorig jaar voor onvoldoende vooruitbetalingen (een vermeerdering van 9%), hebt u misschien te veel vooruitbetaald. Nu vraagt u zich af wat u kunt doen met het overschot. We geven u een duidelijk overzicht van de opties en deadlines.

Vooruitbetalingen en uw belastingen

Het is belangrijk om te weten dat uw bedrijf elk jaar de verwachte belastingen vooruit moet betalen. U of uw accountant moet dus uw belastbare winst inschatten en op basis daarvan berekenen hoeveel belastingen uw bedrijf voor het lopende boekjaar zal moeten betalen. Voor het huidige boekjaar (kalenderjaar) kunt u vooruitbetalen op 10 april, 10 juli, 10 oktober en 22 december 2025.

Als uw bedrijf minder vooruitbetaalt dan de uiteindelijk verschuldigde vennootschapsbelasting, wordt er een vermeerdering aangerekend wegens onvoldoende vooruitbetalingen. Deze vermeerdering bedraagt 6,75% voor het aanslagjaar 2026 (tegenover 9% voor het aanslagjaar 2025).

Tips voor vooruitbetalingen

  1. Als uw bedrijf voldoende vooruitbetaalt gedurende het jaar, wordt de vermeerdering verminderd, afhankelijk van het moment van de vooruitbetaling. De vermindering is 9% bij een vooruitbetaling op 10 april, 7,5% op 10 juli, 6% op 10 oktober en 4,5% op 22 december 2025.
  2. Dit betekent dat als u voor 10 april al 75% van uw geschatte belasting stort, u de vermeerdering voor een heel jaar vermijdt.

Wat te doen als u te veel heeft vooruitbetaald?

Als u te veel heeft vooruitbetaald, kunt u het overschot laten verrekenen met uw vennootschapsbelasting over boekjaar 2024. Dit betekent dat u bij de afrekening recht zal hebben op een terugbetaling.

Maar als u liever niet zo lang wacht op de terugbetaling, kunt u een wijziging van de bestemming van het overschot vragen. Dit kan via MyMinfin, waarbij uw accountant u kan helpen. U kunt vragen om het overschot geheel of gedeeltelijk vervroegd terug te betalen in 2025, het overschot geheel of gedeeltelijk over te dragen naar 2025 voor de vooruitbetalingen van 2025, of het overschot geheel of gedeeltelijk te gebruiken om er een andere (fiscale) schuld mee te betalen.

Let op! U moet deze wijziging van de bestemming van het overschot vragen uiterlijk de laatste dag van de derde maand die volgt op het boekjaar.

Te veel vooruitbetalen kan leiden tot een overschot, maar er zijn verschillende manieren om dit overschot te beheren. Of u nu kiest voor een verrekening, vervroegde terugbetaling, overdracht naar het volgende jaar of het aflossen van een andere schuld, het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de deadlines en de juiste stappen te volgen.

 

Ontdek de duurzame investeringen die profiteren van de verhoogde thematische aftrek!

Ontdek de duurzame investeringen die profiteren van de verhoogde thematische aftrek!

Wat houdt de investeringsaftrek in? Deze aftrek verlaagt de belastbare basis waarover belastingen moeten worden betaald.

Verwar de investeringsaftrek niet met afschrijvingen. Dit zijn twee verschillende stelsels.

De vernieuwde investeringsaftrek. De vorige investeringsaftrekregeling is herzien door de wet van 12 mei 2024 over diverse fiscale bepalingen.

Volgens de nieuwe regeling zijn er drie soorten investeringsaftrekken, waaronder de verhoogde thematische aftrek, die is ontworpen om milieuvriendelijke investeringen te stimuleren.

Hoeveel bedraagt de verhoogde thematische aftrek?

  • 40% voor particulieren en kleine bedrijven (>< standaard aftrek van 10%),
  • 30% voor andere bedrijven (>< standaard aftrek van 0%).

De thema’s voor investeringen zijn:

  • efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie;
  • koolstofvrij vervoer;
  • milieubescherming;
  • digitale ondersteuning.

Investeringen die in aanmerking komen. Voor elk van deze vier thema’s zijn er lijsten van vaste activa opgesteld die in aanmerking komen voor de verhoogde thematische aftrek, zoals vastgelegd in het KB van 20 december 2024.

Hier zijn enkele voorbeelden van in aanmerking komende investeringen:

  • investeringen in nieuwe airconditioningapparatuur voor energiebesparing;
  • aankoop van emissievrije vrachtwagens voor goederenvervoer;
  • investeringen in waterbesparende apparaten;
  • stimuleren van de vergroening van niet-openbare delen van een bedrijfslocatie;

Bronnen:

Wet van 12.05.2024 betreffende diverse fiscale bepalingen, BS 29.05.2024

Koninklijk besluit van 20.12.2024, BS 31.12.2024 (investeringslijsten en uitsluitingslijst)

Belangrijke fiscale ontwikkelingen in 2024

Belangrijke fiscale ontwikkelingen in 2024

België ondergaat in 2024 een reeks belangrijke fiscale veranderingen die zowel particulieren als bedrijven zullen beïnvloeden. Hieronder bespreek ik enkele van de meest opvallende wijzigingen.

1. Aanpassingen in aangiftetermijnen

Voor de personenbelasting via Tax-on-web geldt nu 15 juli voor niet-complexe aangiften en 16 oktober voor complexe aangiften. Voor vennootschapsbelasting of rechtspersonenbelasting is de uiterste indieningsdatum de laatste dag van de zevende maand na het afsluiten van het boekjaar​​. Indien het boekjaar eindigt op 31 december (of tot eind februari) is de indieningstermijn langer, namelijk 30 september van het aanslagjaar.

2. Nieuwe bijlageverplichting voor huur en zakelijke gebruiksrechten

Vanaf aanslagjaar 2024 is er een nieuwe bijlageverplichting wanneer huur als beroepskost wordt ingebracht. Dit geldt ook voor zakelijke gebruiksrechten. De verplichte gegevens moeten via een modelformulier bij de belastingaangifte worden gevoegd​​​​.

3. Wijzigingen in auteursrechten

Het fiscaal regime voor auteursrechten is in 2023 al aangepast en heeft ook in 2024 financiële beperkingen. Zo is er een plafond op de auteursrechtenvergoeding en mogen deze vergoedingen niet meer dan 40% van de totale verloning van een opdrachtgever bedragen​​. Vanaf 2025 daalt dit percentage verder naar 30%.

4. Uitbreiding van de kaaimantaks

In 2024 wordt het toepassingsgebied van de kaaimantaks uitgebreid, wat belangrijke gevolgen kan hebben voor Belgen met buitenlandse juridische structuren, zoals een vastgoedvennootschap in Frankrijk of een Nederlandse stichting administratiekantoor​​.

5. Modernisering van het geregistreerd kassasysteem

Er wordt een modernisering doorgevoerd in het geregistreerd kassasysteem, wat de uitbreiding naar andere sectoren dan de horeca en de invoering van realtime rapportering via een fiscale data module omvat​​.

6. Verhoging van registratierechten op erfpacht en opstal

Vanaf 2024 verhoogt het registratierecht op contracten voor erfpacht en opstal van 2% naar 5%​​​​.

7. Aanpassingen in btw en verlaagd btw-tarief warmtepompen

Het btw-tarief van 6% op afbraak en heropbouw is vanaf 2024 van toepassing in het hele land, met specifieke strenge voorwaarden. Ook is er een verlenging van het verlaagde btw-tarief voor de levering met installatie van warmtepompen tot eind 2024​​.

8. Nieuwe meldingsplicht voor aftrekmethode algemeen verhoudingsgetal

Gemengde belastingplichtigen die de aftrekmethode van het algemeen verhoudingsgetal gebruiken en dit toepasten op 31 december 2023, moeten vanaf 2024 de verhoudingsgetallen aan de belastingadministratie rapporteren via het formulier e604B​​​​.

Deze veranderingen tonen aan hoe belangrijk het is voor zowel particulieren als bedrijven om op de hoogte te blijven van de fiscale wetgeving en tijdig te plannen voor deze aanpassingen. Voor gedetailleerde informatie en specifiek advies is het raadzaam om contact op te nemen met ons.

Welke documenten mag u begin 2023 weggooien?

Welke documenten mag u begin 2023 weggooien?

De wettelijke bewaartermijn van uw boekhoudstukken is sinds 20.11.2022 verlengd van zeven naar tien jaar. Wanneer kan je nu werkelijk uw papieren verticaal klasseren?

Welke documenten?
Het gaat om wettelijk verplichte boekhoudkundige stukken. Denk daarbij aan uw jaarrekening, facturen, grootboek, bankuittreksels, inventaris, enz. maar ook aan contracten, leveringsbons, bestelbonnen, professionele agenda’s, briefwisseling en e-mails, enz.

Hoe lang bewaren?
Tot voor kort moest u deze 7 jaar bewaren. Recentelijk werd de bewaartermijn verlengd tot 10 jaar (wet van 20.11.2022, BS 30.11.2022).
Deze termijn geldt zowel voor de BTW als voor de inkomstenbelastingen.

Vanaf wanneer telt de 10-jarige termijn?
De termijn geldt ten vroegste voor de boekjaren verbonden aan aanslagjaar 2023 en daarna. Als uw boekjaar gelijkloopt met het kalenderjaar (01.01.2022 – 31.12.2022) dan is dat dus vanaf het jaar 2022.
Voor de BTW is dat voor de facturen die opeisbaar zijn vanaf 1 januari 2023. Voor boekjaren verbonden met aanslagjaar 2022 (of vroeger) blijft de bewaartermijn dus nog zeven jaar.

Hoe bereken je de bewaartermijn?

Voor de vennootschapsbelasting moet u de zeven dan wel tien jaar berekenen vanaf het jaar of boekjaar volgend op de afsluiting van het boekjaar. Voor de Btw is dat vanaf 1 januari van het jaar volgend op de datum van de uitreiking van de facturen of de sluiting van het boekjaar. Kortom, u moet de termijn het best altijd berekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op de afsluiting van uw boekjaar. De stukken van boekjaar (kalenderjaar) 2022 (AJ. 2023) moet u minstens tot eind 2032 bewaren, de stukken m.b.t. boekjaar (kalenderjaar) 2021 (AJ. 2022) minstens tot eind 2028.

Welke stukken mag ik begin 2023 dan weggooien?

Eind 2022 verstrijkt de zevenjarige bewaartermijn voor boekjaar (kalenderjaar) 2015. Begin 2023 mag u dus die stukken van het boekjaar 2015 weggooien.

Sommige stukken langer bijhouden?

  • Investeringen: deze dien je te bewaren tot 7 of respectievelijk 10 jaar na het laatste jaar waar je afgeschreven hebt.
  • Onroerende goederen: alle stukken waarbij u de btw afgetrokken heeft, moet u 15 of 25 jaar (optie tot verhuren met btw) bijhouden. Die btw kan gedurende 15 jaar en sinds 1 januari 2019 ook 25 jaar herzien worden
  • Fiscaal overgedragen verliezen: als je overgedragen verliezen aftrekt moet je de boekhouding van het jaar waarin dat verlies zich voordeed bijhouden. Bij een controle dien je dit verlies te kunnen bewijzen.